“Iran, is dat niet gevaarlijk?” “Kom je dat land wel in?” of nog erger “Kom je dat land weer uit?” Vol ongeloof keken mensen ons aan toen we vertelden dat we in de kerstvakantie naar Iran zouden gaan. Natuurlijk hadden we zelf al goed rondgekeken op internet om te checken of het een veilig land was voor ons. De site van Buitenlandse Zaken geeft een negatief reisadvies af, maar als je verder googelt kom je vooral enthousiaste reisverhalen tegen van mensen die dit advies in de wind hebben geslagen. Wat opvalt in deze verhalen is dat reizigers onder de indruk zijn van de hartelijkheid en gastvrijheid in Iran. Misschien even wennen als je vooral woedend schreeuwende Iraniërs op je netvlies hebt die Amerikaanse vlaggen verbranden. Wij hebben een heel ander Iran gezien, vriendelijke en geïnteresseerde mensen die lijden onder de onvrijheid en uitzichtloze economische situatie en die dromen van een betere toekomst, vooral voor hun kinderen.
Vreemdelingenangst
Eén van de vele werkloze jongeren die we troffen, Ali, vroeg aan Tieme of zijn fietsreis niet erg gevaarlijk was. Tieme vertelde hem dat hij zich na een half jaar op de fiets niet meer zo snel bang laat maken. In Duitsland werd hij gewaarschuwd voor de Tsjechen; de Tsjechen vonden dat de Slowaken niet te vertrouwen waren; volgens de Slowaken moest hij oppassen voor de Hongaren enz. enz. En telkens bleken deze waarschuwingen niet terecht. Ook het negatieve reisadvies van ons ministerie van Buitenlandse Zaken voor Iran blijkt niet terecht: Iran is voor een toerist werkelijk één van de veiligste landen ter wereld. Ali vond het een mooi en leerzaam verhaal, om er direct aan toe te voegen dat de Arabieren, de Pakistani en de Afghanen (toevallig allemaal buren van Iran) natuurlijk echt achterlijk en gevaarlijk waren. Dat moesten we met hem eens zijn, toch? Hij had ons verhaal nog niet helemaal begrepen….
In de Shah-e-Cherah moskee
Nu hebben we allemaal wel eens last van vooroordelen. In de oude Iraanse stad Shiraz bezochten we de prachtige Shah-e-Cherah moskee waarin zich het grafmonument bevindt van twee broers van Imam Reza, een belangrijke sjiitische heilige. Gehuld in een bij de ingang uitgereikte lange witte chador, sloot ik me aan bij de stoet vrouwen die via de speciale vrouwengang de met talloze spiegeltjes bedekte ruimte binnenschoof. Met verbazing keek ik naar de jammerende vrouwen die tegen de tombe aanhingen en veel misbaar maakten. De mannen die hier lagen, zo redeneerde ik, waren toch al eeuwen geleden overleden, bovendien niet meer dan ‘broers van’. Toen ik me eenmaal buiten weer bij mijn ‘mannen’ had gevoegd, schudden we vol onbegrip onze westerse hoofden. Voor ons was dit vertoon van verdriet een tikje overdreven, theatraal. Voorzichtig opperde ik een paar dagen later bij een Iraanse familie dat ik het vreemd vond dat die vrouwen bij het heiligdom zo erg moesten huilen om twee mannen die al lang geleden waren overleden. Ze moesten erg om me lachen en legden uit dat deze mensen naar het heiligdom komen met hun eigen problemen. Ze huilen om een eigen dierbare die misschien net is overleden of ze bidden om hulp bij problemen waarmee ze te kampen hebben. Einde vooroordeel.
Oordeel of verwondering?
Juist tijdens deze vakantie waarin we voortdurend zagen hoe anders dingen in Iran gaan, realiseerde ik me weer eens hoe snel we onze mening klaar hebben, zonder ons te verdiepen in het waarom. Wat zou het mooi zijn als we net als kinderen onbevangen en met verwondering konden kijken naar de wereld en de mensen om ons heen. Dan kijken we niet in termen van ‘goed’ of ‘slecht’, of ‘raar’ maar nemen we met verwondering waar en gaan net als een kind op zoek naar het ‘waarom’. Als ik niet gevraagd had naar de reden van die huilende vrouwen, was ik naar Nederland teruggekomen en had ik verteld van het theater. Nu begrijp ik pas wat ik werkelijk zag en heb respect voor de manier waarop deze mensen hun verdriet uiten en steun zoeken in hun geloof.
De cabaretier Fons Jansen heeft ooit gezegd: “Het oordeel is het graf van de verwondering.” Probeer het maar eens: kijk met verwondering – en glimlach om jezelf wanneer je jezelf op een oordeel betrapt.
< Terug